Categorieën
hardloopschoenen Hardlopen Innovaties Seizoen 2

37. Nieuwe hardloopschoenen: wat valt er nog te winnen? Met Wouter Hoogkamer

Home » Afleveringen

Dit is de 37ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Nieuwe hardloopschoenen: wat valt er nog te winnen?’. Met Wouter Hoogkamer, de Nike +4% wetenschapper.

Met de nieuwe generatie hardloopschoenen zette Nike de afgelopen jaren de marathonwereld totaal op zijn kop. Waar is nu nog de meeste winst te halen op de marathon? De Slimmer Presteren Podcast spreekt met Wouter Hoogkamer, de bewegingswetenschapper die als eerste de Vaporfly testte in het laboratorium. Hij heeft een primeur in deze aflevering!

Het mysterie van de nieuwe Nike-hardloopschoen

Het is zes jaar terug dat Wouter Hoogkamer van zijn toenmalige begeleider Rodger Kram een paar witte sportschoenen in zijn handen gedrukt krijgt. Het is het prototype van het nieuwe schoeisel dat Nike in het kader van hun ambitieuze ‘sub 2 project’ heeft ontwikkeld. Zo op het eerste oog zijn het doodnormale sportschoenen, wit met een donkerblauwe swoosh, het kenmerkende Nike logo, aan de zijkant.

Alleen de zool, die is opvallend dik. Nike heeft Kram die, behalve dat hij aan het hoofd van het ‘Locomotion Lab’ van de universiteit van Colorado in Boulder staat, ook adviseur voor het Amerikaanse concern is, gevraagd om de schoen in zijn laboratorium te testen. Het lijkt Kram een mooie klus voor Hoogkamer die dat jaar als post-doc bij hem begonnen is. De Nederlander gaat ermee aan de slag.

Het podium van de Olympische marathon in Rio in 2016 was geheel gevuld met lopers met de nieuwe Nikes aan hun voeten en ook de recente winnaars van de grote marathons vallen op door hun schoeisel met die dikke zolen. Nike heeft de schoenen de naam Vaporfly gegeven en ze van kekke zomerse kleurtjes voorzien. Maar het zijn verder gewoon dezelfde schoenen die Hoogkamer heeft onderzocht.

-4%

Wanneer de studie twee jaar later, in het najaar van 2017, gepubliceerd wordt, geven de resultaten het langverwachte antwoord op de vraag die dan al een tijdje in de hardloopwereld gonst: wat is er zo speciaal aan de schoenen waar zoveel Nike lopers tegenwoordig hun successen op behalen?

Zijn resultaten geven aan dat de Nikes inderdaad baanbrekend zijn. Want waar in vorige studies toevoegingen aan schoenzolen hoogstens een marginaal energetische voordeel lieten zien, blijkt het zuurstofverbruik op de Vaporfly gemiddeld 4% lager te zijn ten opzichte van andere schoenen die in eerder onderzoek al als ‘zuinig’ uit de bus kwamen. Prompt wordt aan de naam Vaporfly ‘4%’ toegevoegd. Met dank aan Wouter Hoogkamer en collega’s.

In de 37e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast praten Gerrit en Jurgen met Hoogkamer over het geheim van de Nike schoenen en of andere fabrikanten inmiddels ook met baanbrekende vernieuwingen zijn gekomen. Hoe ziet volgens Hoogkamer de toekomst van het hardlopen eruit?

Alles te weten komen over de revolutie in hardloopschoenen?

Inmiddels maakten wij een overzichtspagina van alle afleveringen waarin we aandacht besteden aan de nieuwe hardloopschoenen revolutie. Over de geschiedenis van deze hardloopschoenen, of deze innovatie eigenlijk nog wel met hardlopen te maken heeft en de nieuwste inzichten over de duurzaamheid.

Kijk snel op onze pagina met “Alle (on)zin over hardloopschoenen”!

Video over Nieuwe hardloopschoenen: wat valt er nog te winnen? Met Wouter Hoogkamer

Categorieën
hardloopschoenen Seizoen 2 Sport psychologie

36. Sportkleding: welke invloed heeft de kleur van je schoenen of je shirt op de prestatie?

Home » Afleveringen

Dit is de 36ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Sportkleding: welke invloed heeft de kleur van je schoenen of je shirt op de prestatie?’.

Kans op buien met af en toe een zonnetje bij zo’n 12 graden. Het is best ingewikkeld om uit te zoeken in welke sportkleding en op welke schoenen een atleet goed presteert. Daarbij gaat het tegenwoordig niet alleen om het aantal laagjes en het materiaal: ook de kleur van het shirt en de schoenen spelen een rol. Of is dit klinkklare onzin?

‘De Vloek van de Regenboogtrui’

Julien Alaphilippe was in de Ronde van Vlaanderen nog maar net tegen een stilstaande motor gebotst of de wielervolgers wisten op de sociale media al de oorzaak van de onfortuinlijke val te duiden: ‘Ah, dit is de vloek van de regenboogtrui, hier is geen andere verklaring mogelijk’. Terwijl de Franse wereldkampioen door de val zijn hand brak, had twee maanden eerder Annemiek van Vleuten in de regenboogtrui haar pols tijdens een val in de Giro Rosa gebroken.

Een paar weken voor zijn val had Alaphilippe al opzichtig gefaald toen hij in de finale van Luik-Bastenaken-Luik zijn armen te vroeg in de lucht gooide en alsnog op de meet door Primož Roglič werd geklopt. Het beeld van Alaphilippe die trots als een pauw al ruim voor de finish zijn regenboogtrui toont door met de armen wijd rechtop op zijn fiets te gaan zitten, wordt die avond uitentreuren herhaald. Hoe kan zoiets sufs gebeuren?

Suf is het zeker maar het is wel klein bier vergeleken met wat eerdere renners met de regenboogtrui om hun lijf op de fiets meemaakten. Tom Simpson brak zijn been tijdens het skiën en reed daardoor amper wedstrijden op de fiets in zijn kampioensjaar. In 1971 knalde de Belgische wereldkampioen Monseré op een auto en was op slag dood. Tien jaar later werd een andere Belg, Freddy Maertens, de beste van de wereld maar reed vervolgens geen deuk meer in een pakje boter.

De Ier Stephen Roche had het hele seizoen in zijn regenboogtrui last van een knieblessure, Oscar Freire van een steenpuist, Rudy Dhaenens kreeg hartproblemen en Laurent Brochard raakte aan de dope. De regenboogtrui, die leek wel vervloekt.

Reden tot onderzoek naar kleur van sportkleding

Het leed trok in ieder geval de aandacht van de Zwitserse wetenschapper Thomas Perneger. Die besloot eens goed uit te pluizen of het over de schouders trekken van de regenboogtrui écht gepaard gaat met pech of in ieder geval een mindere prestatie op de fiets. Het was geen vreemde gedachte: al eerder analyseerden wetenschappers of de kleur van het shirt in het voetbal iets voor de prestatie op het veld uitmaakte.

In aflevering 36 van de Slimmer Presteren Podcast bespreken Gerrit en Jurgen de uitkomsten van deze en andere studies en gaan zij tijdens het ‘Zoomen met Vroemen’ in op de juiste kledingkeus tijdens de wedstrijd. Want of het nu gaat om kleur, stroomlijn of het materiaal: iedere sporter blijkt zo zijn voorkeuren te hebben, maar maakt ook weleens een verkeerde keus.

Video over Sportkleding: welke invloed heeft de kleur van je schoenen of je shirt op de prestatie?

Categorieën
Seizoen 2 Sportvoeding Training en herstel

35. Het raadsel van spierkramp: is augurkensap een oplossing?

Home » Afleveringen

Dit is de 35ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Het raadsel van spierkramp: is augurkensap een oplossing?’.

Auw! Het is het horrorscenario van elke atleet: ga je voor een toptijd, krijg je pats boem kramp in je kuit of in je hamstring. Is het de hitte en heb je te weinig gedronken misschien? Wat is eigenlijk de oorzaak van spierkramp? En kun je het vermijden? In aflevering 35 proberen de mannen van de Slimmer Presteren Podcast het mysterie van die ellendige kramp te doorgronden.

Water en keukenzout tegen spierkramp

De 221 meter hoge Hooverdam wordt gezien als een van de grootste bouwwerken van de 20e eeuw. In de enorme dam die midden in de kolkende Colorado rivier gebouwd is, zit 6 miljoen ton beton. Duizenden arbeiders hebben er tussen 1930 en 1936 aan gewerkt; het ging gepaard met bloed, zweet en tranen, zo vermelden de geschiedenisboeken.

Dat zweet kan wel kloppen: onderzoek bij een groep arbeiders wees uit dat ze behoorlijk uitgedroogd waren en dat ook de concentratie van de elektrolyten natrium en chloride in hun bloed verlaagd was. Daarbij klaagden de arbeiders veelal over kramp in hun armen en benen. De onderzoekers besloten om een aantal van hen extra water en tabletten met natriumchloride (keukenzout) te geven. Het bood soelaas: de arbeiders voelden zich stukken beter en klaagden over minder kramp.

Spierkramp-mysterie opgelost. Of toch niet?

Een eeuw later wordt een tekort aan elektrolyten vaak nog steeds genoemd als de belangrijkste oorzaak voor kramp tijdens het sporten. Echter, wanneer na afloop van een marathon of Ironman de samenstelling van het bloed van de deelnemers die klagen over kramp vergeleken wordt met het bloed van atleten die geen kramp hebben gekregen, blijkt er weinig verschil in concentratie van natrium, kalium, chloride, calcium of magnesium. Ook is er in studies waar kramp experimenteel wordt opgewekt door kleine spiergroepen lange tijd elektrisch te stimuleren, geen nadelige invloed van een tekort aan vocht gevonden.

Het roept de vraag op of kramp überhaupt wel het gevolg is van dehydratatie en een tekort aan elektrolyten. Is er misschien iets anders aan de hand waardoor we kramp krijgen en wat kan eigenlijk verklaren dat augurkensap de experimenteel opgewekte spierkramp doet verdwijnen?

In aflevering 35 van de Slimmer Presteren Podcast bespreken Gerrit en Jurgen de laatste inzichten over spierkramp. Tijdens het wekelijkse ‘Zoomen met Vroemen’ horen zij van coach Guido Vroemen of hij nog een gouden tip heeft om kramp tijdens het sporten te vermijden of snel kwijt te raken.

Video over Het raadsel van spierkramp: is augurkensap een oplossing?

Categorieën
Seizoen 2 Sport psychologie

34. Sporten in de natuur: wat is de meerwaarde?

Home » Afleveringen

Dit is de 34ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Sporten in de natuur: wat is de meerwaarde?’.

Dat bewegen gezond is, is algemeen bekend. Net zoals dat een wandeling in de natuur je goed doet. Maar kan de natuur het gezonde effect van sporten eigenlijk ook versterken en levert een uurtje bewegen in het groen inderdaad meer op dan een uurtje in de sportschool? Het zijn vragen die centraal staan in de 34e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast.

De positieve invloed van de natuur op ons welbevinden

Begin jaren ’80 kreeg de Amerikaanse gezondheidsonderzoeker Roger Ulrich toestemming om in een ziekenhuis in de buurt van Philadelphia een stapel patiëntendossiers door te spitten. Ulrich richtte zich daarbij op de galblaasoperatie. Hoeveel dagen duurde het voordat mensen hiervan herstelden, hoeveel pijnstillers hadden ze daarbij nodig en had de verpleging nog bijzonderheden opgemerkt? Dat hier behoorlijke verschillen in waren, was geen verrassing.

Ulrich was echter benieuwd of het er mee te maken had in welke kamer een patiënt had gelegen en dan vooral wat het uitzicht vanuit het ziekenhuisbed was geweest. Na grondige analyse van bijna vijftig patiënten trok Ulrich zijn op dat moment baanbrekende conclusie dat het blikveld wel degelijk een verschil maakte voor het herstel na een operatie. Keken de patiënten namelijk uit op een landelijke omgeving, dan konden zij een stuk eerder naar huis dan wanneer ze uitzicht op een blinde muur hadden.

Bevordert de natuur ook je sportprestatie?

Dat de natuur ons welbevinden bevordert blijkt inmiddels uit tal van andere studies. Mensen die dichtbij de natuur wonen, hebben minder ziektes en leven langer, ze voelen zich beter en hebben minder last van depressies. Bovendien nodigt de natuur mensen uit om erop uit te trekken.

Maar of daarmee bewezen is dat sporten in de natuur méér oplevert dan je uitsloven in de sportschool is nog niet direct een uitgemaakte zaak. Vergeet daarbij ook niet dat hardlopen bij tropische temperaturen voor de meesten geen lolletje is en een rondje fietsen tijdens het pollenseizoen voor een atleet met hooikoorts een ware hel kan zijn.

Op zoek naar wetenschappelijk bewijs

In deze aflevering van de Slimmer Presteren Podcast gaan Gerrit en Jurgen op zoek naar het wetenschappelijke bewijs dat sporten in de natuur extra gezond is en horen ze tijdens het vaste rondje ‘Zoomen met Vroemen’ of het coach Guido Vroemen eigenlijk uitmaakt waar zijn atleten precies trainen.

Video over Sporten in de natuur: wat is de meerwaarde?

Categorieën
Seizoen 2 Training en herstel

33. Sporten na corona: kan dat zomaar?

Home » Afleveringen

Dit is de 33ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Sporten na corona: kan dat zomaar?’.

Het COVID-19 virus tast niet alleen de luchtwegen en longen aan, maar kan ook je hersenen, hart en andere organen een opdoffer geven. Wanneer mag je eigenlijk weer sporten na een corona-infectie en waar moet je dan rekening mee houden? Gerrit en Jurgen bespreken het in aflevering 33 van de Slimmer Presteren Podcast.

Sporten na corona en ‘Long Covid’

Voor de WK mountainbike begin oktober was Anne Terpstra, een pupil van Guido Vroemen, volop in het sportnieuws. Niet zozeer omdat ze kanshebster op een podiumplaats was, maar vooral omdat ze überhaupt aan de start verscheen. Terpstra had namelijk in maart het coronavirus opgelopen, tijdens een trainingskamp in Zuid-Afrika. De covid-infectie had duidelijk zijn weerslag op de conditie van Terpstra. Ze was snel buiten adem en had geen fut om te fietsen. En deze klachten hielden veel langer aan dan bij een normaal griepje, zoveel werd Terpstra en coach Vroemen ook snel duidelijk.

Het zijn verhalen die steeds vaker te horen zijn, niet alleen van een aantal topsporters maar meer nog van recreatieve atleten. Langdurige klachten na een corona-infectie, vooral vermoeidheid. Probeer dan maar eens in beweging te komen. ‘Long Covid’ is de term die wetenschappers eraan geven. Weken, nee maanden nog naweeën van het virus, waar het lichaam maar niet van af weet te komen. Ook wordt duidelijk dat het virus niet alleen de ademhalingswegen en longen als schuilplek opzoekt maar zich ook op andere plekken in het lichaam, zoals in de hersenen en het hart, nestelt. Is het dan eigenlijk wel verstandig om weer te gaan sporten?

Het is de centrale vraag in de 33e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast. Onze presentatoren horen van een sportieve veertiger hoe het lijf na een corona-infectie zich verzet tegen elke vorm van inspanning en bellen met sportarts Kasper Janssen over de effecten van het virus op de hartspier en andere organen en wat je daar als sporter nou mee aan moet. Tijdens het wekelijkse ‘Zoomen met Vroemen’ horen Gerrit en Jurgen van coach en sportarts Guido Vroemen hoe hij ervoor wist te zorgen dat Anne Terpstra na een tijdje toch weer voluit op de mountainbike kon gaan.

Video over Sporten na corona: kan dat zomaar?

Categorieën
Seizoen 2 Sport psychologie

32. Het sterke sportgeslacht: aandacht voor de vrouwen

Home » Afleveringen

Dit is de 32ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Het sterke sportgeslacht: aandacht voor de vrouwen’.

Hoewel in ons land de vrouwen de meeste successen op internationale toernooien behalen, krijgen de mannelijke sporters veruit de meeste aandacht. Waar komen de fysiologische man-vrouw verschillen tijdens inspanning vandaan? En op welk gebied kunnen de mannen zeker nog wat leren van de vrouwen? In deze aflevering hoor je alles over het hoe en wat van het sterke sportgeslacht.

Mannen, vrouwen en de verschillen in sportprestaties

Toen de wetenschap voorspelde dat mannen minder dan twee uur marathonlooptijd zouden bereiken, kwam Jurgen op het idee voor een artikel: Waar blijven de vrouwen toch? Tijdens zijn research voor dit artikel kwam hij tot interessante inzichten.

Inspanningsfysioloog en anesthesioloog Michael Joyner maakte jaren geleden aan de hand van mannelijke fysiologische kenmerken (zoals testosterongehalte en spiermassa) een berekening. Het resultaat? Voor mannen moest het mogelijk zijn om de finish van een marathon in minder dan twee uur te bereiken. Voor vrouwen maakte hij net zo’n berekening. Hij schreef hier een artikel over: zij zouden bij twee uur en vijftien minuten hun uiterste ondergrens van looptijd al behaald hebben. Je zou op basis hiervan dus kunnen zeggen dat vrouwen meer tijd nodig hebben dan mannen. Maar je zou ook kunnen zeggen dat mannen al die tijd al langzamer liepen. Dit omdat ze pas veel later hun benedengrens aantikten.

Fysiologische kenmerken op een rij

Maar is het voor vrouwen écht onmogelijk om in minder dan twee uur een marathon uit te lopen? Welke (fysiologische) voordelen hebben vrouwen vergeleken met mannen als het gaat om sportprestaties? En zijn vrouwen misschien wel het sterkere sportgeslacht? Gerrit en Jurgen hebben het erover in aflevering 32, en praten met Guido Vroemen tijdens het ‘Zoomen met Vroemen’.

Video over Het sterke sportgeslacht: aandacht voor de vrouwen

Categorieën
Interview met gast Seizoen 2

31. Slimmer presteren door goed slapen

Home » Afleveringen

Dit is de 31ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over: Slimmer presteren door goed slapen.

‘De Tour win je in bed’, aldus Joop Zoetemelk. De voormalig renner zag het belang van voldoende slaap voor een goede sportprestatie al in. Maar wat als je een slechte slaper bent of dat de spanningen voor een wedstrijd je uit je slaap houden, wat moet je dan? Gerrit en Jurgen vragen het aan onze ‘Special Guest’, sportarts en slaapdeskundige, Kasper Janssen.

Het beste herstelmiddel

Toen Gerrit en Jurgen in aflevering 2 van de podcast – die over optimaal herstellen na het sporten ging – het boek ‘Good to Go’ van de Amerikaanse wetenschapsjournaliste Christie Aschwanden bespraken, kwam het al als beste herstelmiddel voor een atleet naar voren: voldoende slaap. Want ja, allemaal leuk en aardig die fancy drankjes en gadgets die er op de markt zijn en pretenderen dat je hiermee sneller bijkomt na een training, wie het moet doen met te weinig slaapuren of bewust wordt gewekt terwijl hij net aan het tukken is, zal dit uiteindelijk merken in zijn sportprestatie. Die gaat namelijk achteruit.

Zo ook Kasper Janssen, die als roeier tijdens zijn drukke co-schappen te maken kreeg met korte en doorwaakte nachten, en op zoek ging naar manieren om zijn slaapgedrag te verbeteren. Hij dook in de wetenschappelijke studies naar het effect van slaap op de sportprestatie en ziehier: basketballers scoren meer, tennissers serveren nauwkeuriger, studenten sprinter snellers en netbalspelers springen hoger wanneer ze aan hun benodigde hoeveelheid slaap zijn gekomen.

Slimmer presteren door powernaps en goed slapen

Dat laatste is zelfs lastig voor Nederlandse topsporters blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit, waar 42% werd gekarakteriseerd als ‘matige slaper’. Maar er zijn uitzonderingen: Epke Zonderland en Pieter van den Hoogenband bijvoorbeeld, die beiden gretig gebruik maken van een powernap in de voorbereiding op een belangrijke training of wedstrijd. Janssen gebruikte deze kennis tijdens het schrijven van zijn boek ‘De Powernap paradox – hoe een simpel dutje je beter laat presteren’.

In de 31e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast bespreken Gerrit en Jurgen met ‘slaapdokter’ Kasper Janssen het belang van slaap op de sportprestatie en wat een powernap daaraan bij kan dragen. Zijn er andere slimme manieren, trucs, apps of speciale middeltjes op de markt om de slaapkwaliteit te verbeteren? En is een slaapcoach, zoals de wielerploeg van Sky een paar jaar geleden in zijn gelederen had, inmiddels een must voor iedere topsporter?

Video over Slimmer presteren door goed slapen

Categorieën
Innovaties Seizoen 2 Wielrennen

30. Innovaties in het wielrennen: zijn ze allemaal zo nuttig?

Home » Afleveringen

Dit is de 30ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Innovaties in het wielrennen: zijn ze allemaal zo nuttig?’.

De Tour en het WK zijn net voorbij en nu zitten we alweer midden in de Giro en de ‘voorjaarsklassiekers’. Het is eindelijk weer koers! Opvallend is dat het peloton ieder jaar weer een stukje harder lijkt te gaan. In hoeverre hebben innovaties als windtunnels, voedingsapps, hoogtestages en ketonen hieraan bijgedragen? En wat heeft de amateurfietser eigenlijk aan al die nieuwe ontwikkelingen in de wielersport? Je hoort het in de 30e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast.

Het begin van innovaties in het wielrennen

Toen Primoz Roglic op 19 september 2020 ontredderd op de top van La Planche des Belles Filles neerzeeg vanwege het verlies van de gele trui aan zijn landgenoot Tadej Pogacar, gingen onherroepelijk de herinneringen van veel wielerliefhebbers terug naar 23 juli 1989. Even hulpeloos als Roglic ruim dertig jaar later lag die dag Laurent Fignon, de Fransman met de kenmerkende studentenbril en blonde paardenstaart, uitgeput op het asfalt van de Champs-Élysées. Weg was de gele trui en de Tourwinst: Fignon had 8 seconden te lang over de afsluitende tijdrit van Versailles naar hartje Parijs gedaan.

Greg Lemond nam in 1989 de hoogste trede van het Tourpodium in. Waar de Amerikaan op de afsluitende dag zijn ‘buitenaardse’ snelheid van gemiddeld 54 en een halve kilometer per uur vandaan had getoverd, was toen nog grotendeels gissen. Dat is tegenwoordig wel anders. Een goede stroomlijn op de fiets tijdens een tijdrit is een basisvoorwaarde voor een renner die hoog wil eindigen in het klassement. Het revolutionaire triatlonstuur en de Calimero-helm waar Lemond destijds mee op de proppen kwam, bleken dan ook blijvende innovaties in de wielersport. Om kleine procentjes winst te halen, laten ploegen tegenwoordig hun fietsen, helmen en kleding doormeten in de windtunnel waar ook de renners zelf opgevouwen op hun tijdritfiets de koude luchtstromen moeten doorstaan.

En aerodynamica is nog maar één aspect waar een wielerteam veel aandacht, tijd en geld aan besteed. Uitgekiende trainingsschema’s, gebalanceerde voedingsstrategieën al dan niet met ketonen op het menu, trainingskampen in de bergen: het heeft er alle schijn van dat wetenschappelijke kennis op alle fronten toegepast wordt in het moderne wielrennen. Maar is dit ook zo en wat is het bewijs dat deze innovaties de fietsprestatie echt helpen?

In de 30e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast nemen Gerrit en Jurgen de vernieuwingen en innovaties in het wielrennen van de laatste jaren onder de loep en tijdens het ‘Zoomen met Vroemen’ horen zij coach Guido Vroemen uit over de laatste foefjes op het gebied van de aerodynamica.

Video over Innovaties in het wielrennen: zijn ze allemaal zo nuttig?

Categorieën
Seizoen 2 Sportvoeding

29. Bietensap als ‘toverdrank’: zinvolle aanvulling op het dieet voor sporters?

Home » Afleveringen

Dit is de 29ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Bietensap als ‘toverdrank’: zinvolle aanvulling op het dieet voor sporters?’.

Tijdens de Olympische Spelen in Londen in 2012 stonden verdacht veel atleten met paars uitgeslagen lippen en een donkerrode gloed op hun tanden aan de start: bietensap maakte zijn intrede in de sportwereld. Tien jaar later prijzen fabrikanten van voedingssupplementen het paarse goedje nog altijd aan als ondersteuning van de sportieve prestaties. Waarom eigenlijk?

Het magische bestanddeel: Nitraat

Het zijn niet zozeer de vitaminen of het ijzer in de bietensap die de sportprestatie omhoog stuwen. Nitraat is namelijk het bestanddeel van de biet waar magische krachten aan toegeschreven worden. In 2007 publiceerden Zweedse wetenschappers voor het eerst dat nitraat gunstige effecten op de sportprestatie heeft. Ze lieten een klein groepje van negen jonge mannen fietsen op een hometrainer en gaven ze een sapkuurtje van drie dagen. De ene keer zat er nitraat in het drankje, de andere keer was het water maar dan wel met dezelfde smaak, kleur en geur als het nitraatsapje. Tot hun eigen verbazing zagen de onderzoekers dat de negen mannen minder zuurstof hoefden te gebruiken tijdens hun fietssessie wanneer ze het echte nitraatsapje hadden gedronken. Het leek er sterk op dat het nitraat ervoor zorgde dat ze efficiënter met hun energie om konden gaan.

Sindsdien is nitraat hot en met name de groenten die een flinke hoeveelheid ervan bevatten. Dat zijn rucola en spinazie maar vooral rode bieten en dus ook het sap ervan. Gezien het aantal verhalen op internet over wielrenners met een felroze plas en lopers die kokhalzend hun paarse maaginhoud naar buiten werken na een race, zijn het vooral duursporters die van de bieten wel pap lusten.

Van nitraat naar nitriet

Het nitraat is trouwens niet de echte stof waar het om draait maar meer het verpakkingsmiddel. Bacteriën in het speeksel zetten in de mond nitraat om in nitriet, waar vervolgens in het lichaam het gas stikstofmonoxide van wordt gemaakt. Sommige tandpasta’s of kauwgum hebben een vernietigende werking op deze bacteriën, zodat nitraat niet wordt omgezet. Kom je een sporter tegen met paarse tanden en een slechte adem, dan heeft hij hoogstwaarschijnlijk van de bieten gesnoept!

Na de Zweedse studie in 2007 stond ook de wetenschap niet stil en vele studies volgden. Maar een consistent gunstig effect op de sportprestatie werd niet altijd gevonden. Waar dat precies aan ligt, daar proberen Gerrit en Jurgen in de 29e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast een antwoord op te vinden; Gerrit als proefkonijn tijdens een hardloopwedstrijd, Jurgen door de verschillende wetenschappelijke inzichten op een rijtje te zetten. En schotelt coach Guido Vroemen zijn atleten eigenlijk bietensap voor? Je hoort het tijdens ons vaste onderdeel ‘Zoomen met Vroemen’.

Video over Bietensap als ‘toverdrank’: zinvolle aanvulling op het dieet voor sporters?

Categorieën
Seizoen 2 Training en herstel

28. Trainingsleer: hoe train je altijd met resultaat?

Home » Afleveringen

Dit is de 28ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Trainingsleer: hoe train je altijd met resultaat?’.

Sneller, hoger, sterker en gezonder: het zijn de beloofde opbrengsten van hard trainen. Maar niet iedereen verbetert tijdens een trainingsprogramma; sommigen mensen zelfs helemaal niet. Hoe zorg je ervoor dat je profijt van een training hebt en dat je lichaam ook op langere termijn reageert op de aangeboden prikkels?

Non-responders en trainingsleer

Ze zijn vaak de lastpakken voor een onderzoeker die op zoek is naar snelle resultaten en een simpele statistische analyse: mensen die niet, of zelfs tegendraads, reageren op een onderzochte interventie. Non-responders worden ze genoemd en ze worden regelmatig aangetroffen in experimentele studies naar (genees)middelen of het effect van een hoogtestage op de fysieke prestatie. Maar ook als het om sport en bewegen gaat, zijn er mensen bij wie een trainingsprogramma niet lijkt aan te slaan.

Het was één van de belangrijke conclusies van de HERITAGE family study die eind vorige eeuw in vijf Amerikaanse en Canadese onderzoekscentra uitgevoerd werd. Ruim 700 leden van in totaal 130 families, die gezond waren maar weinig aan sport deden, werden twintig weken lang onder begeleiding aan een gestandaardiseerd en progressief fietsprogramma van in totaal zestig trainingen onderworpen en de effecten ervan op hun gezondheid aan de hand van een batterij aan parameters bepaald. Die vielen gemiddeld genomen weliswaar positief uit, maar hoofdonderzoeker Claude Bouchard merkte tevens op dat er een enorme variatie tussen mensen was en dat sommigen ogenschijnlijk nul profijt van de training hadden.

Ander onderzoek in de grote variatie in trainingsverbetering

De bevinding dat er een grote variatie bestaat in de lichamelijk reactie van mensen op een beweegprogramma is inmiddels bevestigd in andere onderzoeken. In 2017 kwam een groep van internationale onderzoekers bij elkaar in Baton Rouge in de Verenigde Staten om de bestaande studies op een rij te zetten. Hun conclusie: ongeacht de precieze lengte van het totale programma (vanaf twintig weken tot twaalf maanden) en de frequentie, duur en intensiteit van de trainingen, en ongeacht om welke groep proefpersonen het gaat, er bestaat een groep mensen die amper lijkt te reageren op een vaststaande ‘dosis’ inspanning, zelfs wanneer dat onder professionele begeleiding gebeurt. In het geval van een programma dat gebaseerd is op de algemene beweegrichtlijnen gaat het hierbij om zo’n één op de vijf mensen die als een non-responder kunnen worden gezien.

In de 28e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast bespreken Gerrit en Jurgen waar de grote variatie in trainingsverbetering vandaan komt en hoe een sporter ervoor zorgt dat hij geen non-responder wordt. Tijdens het ‘Zoomen met Vroemen’ vertelt coach Guido Vroemen trainingsleer en welke acties hij allemaal onderneemt zodat zijn atleten optimaal blijven reageren op de training.

Video over Trainingsleer: hoe train je altijd met resultaat?

Categorieën
Hardlopen Seizoen 2 Sport psychologie Wielrennen

27. De Solo Rider: Hoe sterk is de eenzame fietser (hardloper, zwemmer, schaatser…)?

Home » Afleveringen

Dit is de 27ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘De Solo Rider: Hoe sterk is de eenzame fietser (hardloper, zwemmer, schaatser, …)?’.

Een mooier slotstuk kan de Tour van 2020 zich niet wensen. De 36 kilometer lange tijdrit met de klim naar La Planche des Belles Filles betekent dat de renners voor het eerst helemaal op zichzelf aangewezen zijn, zonder ploeggenoten om ze uit de wind te houden of moed in te spreken bij tegenslag. Maar waarom voelt alleen sporten zoveel zwaarder dan samen in een groep en hoe zorg je ervoor dat je in je uppie ook het beste uit jezelf haalt?

Verplicht solo riders door corona

Wellicht was dit nog een positieve bijdrage die corona aan atleten gaf: in groepen sporten mocht lange tijd niet dus moest er alleen getraind worden. En dat is een stuk lastiger. Het gemak van de slipstream om energie te sparen zal iedere wielrenner wel kennen maar er is nog een voordeel wanneer er anderen in de buurt zijn wanneer je op de fiets zit of aan het hardlopen bent.

Op grond van onderzoek concludeerde de Amerikaanse psycholoog Norman Triplett in 1898 namelijk al dat wanneer mensen in groepsverband de competitie aangaan er verborgen krachten vrijkomen. Dit groepsgedrag is onbewust: sporters bij elkaar gedragen zich niet anders dan kakkerlakken die in een donkere buis naar de uitgang worden gelokt met een lampje. Ook zij bewegen sneller wanneer ze met soortgenoten in de buis worden gezet dan in hun eentje, zo volgt uit onderzoek van de bekende Amerikaans-Poolse psycholoog Robert Zajonc.

Volgens het fenomeen van sociale facilitatie roept de aanwezigheid van anderen een dusdanige spanning in ons op dat ons lichaam overgaat op de automatische piloot en daardoor eenvoudige taken beter kan verrichten. En wat is de meest eenvoudige taak voor een wielrenner, zwemmer, hardloper en schaatser? Juist ja, fietsen, zwemmen, rennen en schaatsen.

Virtuele motivatie

Hiervoor is niet eens een hele groep nodig. Eén tegenstander is al genoeg en die hoeft niet eens van vlees en bloed te zijn. Dit laat onderzoek van onder andere de Rijksuniversiteit in Groningen zien. Goedgetrainde wielrenners trapten tijdens een tijdrit van vier kilometer op de fietsergometer een groter vermogen wanneer ze op het scherm voor zich een virtuele tegenstander in de vorm van een avatar zagen fietsen dan wanneer die niet in beeld was.

Het is geen gekke gedachte daarom dat er allerlei technologische initiatieven opduiken waarin een atleet de strijd kan aangaan met een virtuele tegenstander. De meeste wielrenners kennen Zwift inmiddels maar wat te denken van de ‘Ghost Pacer’, een VR-bril die ervoor zorgt dat er een avatar met je meeloopt in precies het tempo dat jij wil. Maar er zijn ook psychologische trucjes om het sporten in je uppie gemakkelijker te maken. Denk aan positieve zelfspraak of de gedachte aan een lachend gezicht met als doel om niet afgeleid te worden door vervelende gedachten en twijfels die zich in het hoofd aandienen wanneer de inspanning veel van je vraagt.

In de 27e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast gaan Gerrit en Jurgen dieper in op de wetenschappelijke inzichten van het alleen sporten en vertellen ze over hun eigen ervaringen wanneer er (geen) tegenstanders in de buurt zijn. Tijdens het ‘Zoomen met Vroemen’ horen ze van coach Guido Vroemen of hij op dit gebied nog speciale tips en tricks voor zijn atleten gebruikt.

Video over De Solo Rider: Hoe sterk is de eenzame fietser (hardloper, zwemmer, schaatser, …)?

Categorieën
Seizoen 2 Sport psychologie Training en herstel

26. Pijn is fijn: de melkzuur mythe en de lactaat laster

Home » Afleveringen

Dit is de 26ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over pijn tijdens het sporten: ‘Pijn is fijn; de melkzuur mythe en de lactaat laster.’

Zware inspanning gaat gepaard met het gevoel stuk te gaan, maar wat voel je eigenlijk? Wat betekent deze pijn tijdens het sporten? En lukt het ons in deze aflevering om een hardnekkig misverstand over melkzuur en lactaat de wereld uit te helpen?

Het misverstand van pijn, melkzuur en lactaat

‘No pain, no gain’: hard gaan en spieren kweken, het gaat allemaal niet vanzelf. Intensieve inspanning gaat zelfs gepaard met zo’n vervelende vermoeidheid en pijn dat je het liefste wil stoppen. Melkzuur en lactaat worden vaak als de hoofdschuldigen hiervan aangewezen, maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dit een hardnekkig misverstand is.

Een misverstand dat zo’n 100 jaar geleden al ontstaan is. In 1922 namelijk, toen de bekende Britse fysioloog Archibald Hill de Nobelprijs voor zijn werk naar de energieaanmaak tijdens het sporten won. Gebaseerd op metingen in de spieren van herten die, nadat ze opgejaagd en gevangen waren, de aanwezigheid van melkzuur aantoonden, nam Hill aan dat melkzuur het belangrijkste eindproduct van de energieproductie in spieren tijdens inspanning moest zijn. Hij bleek het verkeerd te hebben: het gevonden melkzuur in de herten was ontstaan door een onbedoelde chemische reactie in het laboratorium.

Maar lactaat dan, is dat dan de boosdoener? Nee, het lijkt er niet op want toen onderzoekers deze stof in de duim van proefpersonen spoten, deed het ze weinig. Bovendien blijkt lactaat ook nog eens een uitstekende brandstof voor het hart, de hersenen, en de spieren zelf.

Waar komt die pijn tijdens het sporten dán vandaan?

Waar de pijn in de benen tijdens die zware klim op de fiets of dat sprintje tijdens het hardlopen dan vandaan komt, we weten het eigenlijk niet. Net zoals het onduidelijk is wat je nu precies voelt als je het zwaar krijgt? Brandt het? Zeurt het? Prikt het? Waarom zorgt dat vervelende gevoel er eigenlijk voor dat je wil opgeven? En hebben topatleten hier geen last van?

In deze 26e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast bespreken Gerrit en Jurgen de huidige inzichten van het ‘pijn lijden’ tijdens inspanning en gaan ze zelf ook op de pijnbank door het doen van een heuse ‘ijswater test’. Tijdens het ‘Zoomen met Vroemen’ vertelt coach en trainer Guido Vroemen hoe hij zijn atleten traint om met de pijn tijdens het sporten om te gaan.

Video over Pijn is fijn: de melkzuur mythe en lactaat laster